Informatie

 

Aikijutsu-geschiedenis

Welkom bij onze prachtige defensieve krijgskunst! Ik zal de oorsprong van Aikijutsu uitleggen en hoe het verband houdt met Aikido en Jiu-Jutsu.

Wakai Ryu Aikijutsu leert je om gemakkelijk te bewegen en te verdedigen!

Niet willen verliezen maar niet hoeven te winnen, Aikijutsu is een vechtsport voor jou!

Laten we beginnen met wat Aikijutsu-geschiedenis.

Aikijutsu als basis

Morihei Ueshiba stichtte Aikijutsu, een geweldloze Japanse krijgskunst, aan het begin van de eenentwintigste eeuw (1883-1969).

Het beoefenen en bestuderen van de grondbeginselen van deze sport vergt veel tijd en inspanning. Zoals fysieke en mentale training.

Kenmerken van Aikijutsu

Aikijutsu staat bekend om zijn harmonieuze beweging. Bij een aanval wordt altijd rekening gehouden met de kracht van de tegenstander.

Werptechnieken of gewrichtsklemmen neutraliseren de aanvaller. De bewegingen van Aikijutsu hebben een bijzonder sierlijk aspect dat de efficiëntie van de technieken verdoezelt, en samengaat met de macht van een aanvaller. In tegenstelling tot karate richten Tai-Chi en Aikijutsu zich op het volgen van de kracht van de tegenstander.

Vanaf de leeftijd van zeven jaar kan Aikijutsu door beide geslachten worden beoefend en wordt het gedefinieerd door zijn schoonheid van beweging en humane principes.

Het oplossen van gevechten is slechts één aspect van de missie van Aikijutsu

Ueshiba heeft het midden van zijn leven besteed aan het uitvinden van vechtsporten als middel om de menselijke ziel te verlichten, gebaseerd op zijn jarenlange beoefening in verschillende Japanse vechtsporten.

Hij creëerde "Aikido", "de weg van harmonie tussen de krachten en principes van de natuur", en het was een groot succes.

Een authentieke "budo" in deze zin is Aikijutsu, waarbij de scherpte van een gevechtskunst wordt gebruikt om spirituele ontwikkeling te bevorderen. Aikijutsu blijft echter toegewijd aan het doel van "budo", ondanks zijn groeiende populariteit. Met uitzondering van "Tomiki-Aikido" door een van Morihei Ueshiba ‘s vroege studenten, dient Aikijutsu niet als een competitieve activiteit, maar eerder als een manier van persoonlijke ontwikkeling voor degenen die hun eigen menselijke natuur willen versterken.

 

Balansverstoring

Wapens en wapenvaardigheden

Kennis en beoefening van aiki-ken (zwaard) en aiki-jo (gewricht)vaardigheden vormen de basis van de verschillende vormen en technieken van Aikijutsu (stoktechnieken). De belangrijkste Aikijutsu-wapens zijn het zwaard in de vorm van bokken, het houten oefenzwaard en een houten staf met een lengte van 128 cm en een diameter van 2,5 cm.

Het is mogelijk om de oorsprong van de kenmerkende cirkelvormige bewegingen van Aikijutsu te herleiden tot het Japanse slagzwaard.

Jezelf beschermen tegen aanvallen met de tanto en de tanbo heeft een lange geschiedenis in Aikijutsu (korte stok).

In sommige traditionele scholen behoren ook verdedigingen met de (tessen) waaier tot het Aikijutsu-repertoire.

Atemi (klappen) op gevoelige delen van het lichaam worden vaak gebruikt om met Aikijutsu-technieken te beginnen.

De slagen van Aikijutsu zijn, in tegenstelling tot die bij karate-do, geen middel om een ​​doel te bereiken; in plaats daarvan worden ze gebruikt om de tegenstander te verslappen, zodat een klem-, worp- of controletechniek kan worden toegepast.

Geweldloosheid vormt de kern van Aiki-(do)-jutsu

Een laatste controle immobiliseert de agressor in een defensieve cirkel en neutraliseert de agressie van de aanval. Budo betekent "het conflict beëindigen" in de letterlijke zin van het woord in het Japans.

Tachi-waza, Suwariwaza, hanmi-handachi-waza en die waarin de verdediging zit terwijl de aanvaller staat, zijn allemaal voorbeelden van Aikijutsu-figuraties, evenals aanvallen op de verdediger van achteren in Tachi-waza en Suwariwaza (ushiro-waza).

Aikijutsu benadrukt ook het vermogen om een ​​val te breken (ukemi-waza).

Het breken van de val in Aikijutsu verschilt aanzienlijk van dat in judo, omdat het wordt "doorgerold" in plaats van "afgeslagen", waardoor de beoefenaar meteen kan herstellen naar een meer ontspannen defensieve houding (kamae).

Gevorderde studenten gebruiken ukemi-waza om moeiteloos te ontsnappen aan de vaak pijnlijke Aikijutsu-klemmen.

Dat soort Aikijutsu waarbij men zich "uitbreidt" en aanvallen uitvoert met de kracht van de eigen adem, is ook van cruciaal belang in de kunst (kokyu-waza).

Verdedigen tegen een aanval in Aikijutsu, zijn de ideeën van "omote" (of irimi) en "ura" (of tetsu) cruciaal (of tenkan).

Tijdige verdediging zorgt er vaak voor dat de kracht van de aanvaller voor zich uit kan passeren, wat bekend staat als "omote" of "irimi" werk.

"Ura" of "tenkan" verdediging wordt gebruikt wanneer een aanval krachtig is en hard werkt op de verdediger, en men zich van de aanvaller afwendt om de kracht van de aanval te absorberen.

Om zich effectief te kunnen verdedigen, is het ook essentieel om een ​​juiste houding (kamae) en afstand (mae) tot de aanvaller te behouden. Aanval en verdediging kunnen alleen op deze manier in harmonie samenwerken en de wreedheid van een aanval wordt geneutraliseerd.

Het evenwicht van de aanvaller verstoren (met of zonder atemi) is de eerste stap in elke Aikijutsu-techniek, gevolgd door een worp of klem voor volledige controle.

Atemi

“De recht opstaande acht“

“De liggende acht“

Aikijutsu als zelfverdediging

  • Het zelfverdedigingsprogramma bouwt aan drie bouwstenen;

     ZELFBEHEERSING,

     ZELFREFLECTIE

     ZELFVERTROUWEN

    De eerste: zelfbeheersing.

    Cursisten leren hun energie te beheersen en richten. Dat is dus heel iets anders dan het onderdrukken van deze energie. Een van de ontwikkelingstaken echter die vooral bij cursisten van fundamenteel belang is, is leren omgaan met hun energie (en soms ook hun agressie).

    De tweede: zelfreflectie/evaluatie. Zelfbeheersing is een voorwaarde voor zelfreflectie: kunnen nadenken over eigen handelingen en de gevolgen daarvan. Daarbij hoort dat men zichzelf de volgende vragen kan stellen:

    “Deed ik daar goed aan? "Was het een goede handeling?

    “Zou het ook anders, en vooral: beter gekund hebben?”.

    De derde: zelfvertrouwen. Zelfbeheersing en zelfreflectie leiden tezamen tot meer zelfkennis en zelfvertrouwen. Weten dat als je jezelf onder controle hebt en rustig je eigen handelingen kunt bezien en eventueel aanpassen, leidt tot een sterk gevoel van eigenheid: “Ik weet wat ik kan en wat ik wil”.

    Zonder de eerste twee bouwstenen is zelfvertrouwen vrijwel ondenkbaar.

    Toch lijkt zelfvertrouwen de belangrijkste bouwsteen die nodig is voor het vinden van een eigen richting die leidt naar zelfontplooing en werkelijk geluk.

  • 1. Veiligheid.

    Allereerst is het van belang dat mensen zich veilig voelen.

    Veilig thuis, veilig op school en veilig in de maatschappij. Iemand die zich niet veilig voelt, kan zich niet werkelijk ontplooien en de weg vinden die bij hem past. Om deze reden worden de basisvaardigheden van communicatie en zelfverdediging aangeleerd.

    In een eerste verdieping gaat het vooral om de ethiek van zelfverdediging:

    • Hoe stel ik mij op in een bedreigende situatie en hoe verweer ik mij in geval van een aanval?

    • Wat is een eervolle handeling en wat niet?

    • Maar ook: hoe kan ik geweld voorkomen door mijn opstelling en zelfbeheersing.

    Cursisten leren zichzelf verweren op een correcte manier, waarbij een aanval met gespannen spieren wordt geblokt. Een aanval kan echter ook worden opvangen met een soepel meegaan met de actie van de aanvaller zonder je eigen balans te verliezen.

    Cursisten leren stevig te staan met de voeten sterk “geworteld” in de grond, het zogenaamde “gronden”. Zij leren kracht en kalmte te centreren in de buik, het centreren en zij leren de kracht van het richten van de aandacht op een vast punt: het focussen.

    Gronden, centreren en focussen zijn basiselementen in het programma en worden in elke situatie (niet alleen fysiek maar ook mentaal, sociaal en spiritueel) ingezet.

    2. Assertiviteit.

    Bij deze verdieping gaat het erom hoe je het beste kunt omgaan met moeilijke situaties.

    De cursisten leren hoe ze een persoonlijk standpunt in kunnen nemen en verdedigen zonder hun zelfbeheersing te verliezen.

    Fysieke kracht is hier minder belangrijk, maar lichaamstaal speelt wel een belangrijke rol. Je kunt je afvragen: hoe stel ik mij op in een conflict, een woordenwisseling, een meningsverschil? Ik kan me hard opstellen: ik trek me niet veel aan van de mening van mijn gesprekspartner.

    Maar ik kan ook aandachtig zijn: Ik luister aandachtig en probeer zo de zwakke plekken in het betoog van mijn gesprekspartner te vinden. Assertiviteit kan ook zijn dat je de moed hebt om een vinger op te steken in je groep omdat je iets nog steeds niet snapt. Ook hier gaat het om stevig in je schoenen staan.

    Communicatie / Sociale vaardigheden

    Effectief communiceren is van levensbelang in onze snel veranderende, multiculturele samenleving. Iedereen moet dat leren. Communicatie is daarom ook een rode draad in je programma.

    In relatie met iemand anders, wat voor soort relatie dan ook, kun je je opstellen als keihard: Je bekommert je niet om de gevoelens van de ander.

    Maar je kunt je ook opstellen als meegaand: je staat open voor de gevoelens en ideeën van de ander en toetst die aan je eigen gevoelens en ideeën, in een poging nader tot elkaar te komen. Hierbij schenken we aandacht aan lichaamstaal, aan intuïtie en aan de ontwikkeling van grensbewustzijn: Het voelen, respecteren, stellen en eventueel verdedigen van je eigen grenzen. En ook... het aanvoelen en respecteren van de grenzen van anderen.

    De eerste drie onderdelen bevatten de basisvaardigheden van het programma.

    Deze basis vaardigheden zijn voor iedereen van belang. Vanaf de leeftijd van negen à tien jaar tot aan tachtig jaar kan iedereen aan dergelijk programma’s meedoen.

    Iedere cursist moet bekend zijn met de eerste drie onderdelen alvorens de vierde en vijfde onderdeel kunnen worden verkend.

    Zelfverdediging, assertiviteit en communicatieve vaardigheden hebben betrekking op externe communicatie: “Ik in relatie tot de ander”.

    Het programma steunt vanzelfsprekend op en bedient zich eveneens van een psycho-fysieke werkwijze.

    De bijkomende programmapunten richten zich op de thema’s als zelfontplooiing, seksualiteit en spiritualiteit. Vanwege de thematiek is deze lesstof meer geschikt voor oudere cursisten. Hierbij ligt het accent voornamelijk op interne communicatie: “Ik en mijn binnenwereld”.

    3. Eigen mogelijkheden en vaardigheden.

    Iedereen, dus alle cursisten, beschikken over een uniek arsenaal aan kwaliteiten, talenten en mogelijkheden. Dit zijn mogelijkheden, die naar ontplooiing streven. Ze worden in het persoonlijke, innerlijke bewustzijn ervaren als een kompas. Dit kompas geeft richting en is verantwoordelijk voor voorkeuren en keuzes, die vaak intuïtief gemaakt worden en die bepalend kunnen zijn voor iemands levensloop.

    Bewustzijn van deze innerlijke richtinggever gaat samen met diepe gevoelens van zinvolheid en geluk.

    Allen groeien op in een veranderende samenleving die zich kenmerkt door snelheid, vluchtigheid, onechtheid en oppervlakkigheid. Hoe zij hierin hun eigen weg kunnen vinden, wordt hen soms thuis en op andere plaatsen niet geleerd. Of de visie van thuis en die van elders staan haaks op elkaar.

    Mensen moeten daarom zelf keuzes maken en antwoorden vinden, antwoorden die wel echt zijn en niet oppervlakkig zodat zij zich kunnen verbinden met de persoon die zij in diepste wezen zijn.

    Zij moeten een basis ontwikkelen van waaruit zij de wereld in kijken en deze tegemoet kunnen treden.

    Men moet weten en ervaren dat in henzelf de kiem van een innerlijk kompas aanwezig is.

    Dit kompas kan hen helpen richting te geven en het stuur recht te houden in tijden van onrust en verandering. Het is echter geen cadeautje dat kant en klaar ligt te wachten voor gebruik.

    Het moet worden ontwikkeld in een innerlijk proces van bewustwording en strijd en bestaat uit het leren kennen en kunnen hanteren van dit kompas.

    4. Solidariteit en spiritualiteit.

    Het gewaar worden van het innerlijk kompas en het volgen van de weg die daar wordt aangegeven, kan aanvankelijk tot gevoelens van eenzaamheid leiden. Een eigen pad volgen dat leidt naar werkelijke zelfontplooiing betekent vaak dat bestaande relaties moeten worden verbroken of worden bijgesteld.

    De weg die het innerlijk kompas aangeeft, is echter de weg van het hart.

    Op deze weg ontstaat langzamerhand het inzicht dat mensen in hun diepste wezen met elkaar verbonden zijn. Deze ervaring van verbondenheid leidt tot werkelijke moraliteit en spiritualiteit.

    Voor deze krijgskunst zijn snelle reflexen, evenwicht, een grote besluitvaardigheid en bovenal het vermogen tot opperste concentratie nodig. Men moet zijn spieren harmonieus ontwikkelen door ze soepeler te maken.

    Extra training van de benen verbetert de stabiliteit en geeft de beoefenaar de mogelijkheid snelle en nauwkeurige bewegingen te maken.

    In Aikijutsu erkent men de noodzaak om aanvallen op een reële en krachtige wijze uit te voeren. Wil men zich goed kunnen verdedigen, dan moet men ook weten hoe men goed moet aanvallen. Niet alleen moet men weten hoe aan te vallen met hand- of voettechnieken, maar ook met gebruikmaking van mes, korte of lange stok en het zwaard uit respect voor de traditionele afkomst van de kunst. Voor deze krijgskunst zijn snelle reflexen, evenwicht, een grote besluitvaardigheid en bovenal het vermogen tot opperste concentratie nodig.

    Extra training van de benen verbetert de stabiliteit en geeft de beoefenaar de mogelijkheid snelle en nauwkeurige bewegingen te maken.Bij de uitvoering van aanvallen tijdens het oefenen worden de echte wapens geïmiteerd met de hand, zoals bijv. Aanvallen met nukite (als mes aanval) of tegatana (zijkant van de hand - als aanval met mes, zwaard of stok). Tegatana wordt vooral gebruikt als sturing of bevrijding tegen een pakking.

    Gronden en centreren

    Zonder zelfbeheersing en het kunnen centreren en gronden kun je geen bewuste keuze maken en blijft er slechts ruimte voor een primaire reactie: vechten (Fight) of vluchten (Flight). Dit wordt ook wel het “Fight or Flight”-patroon genoemd.

    In het programma proberen we mensen vertrouwd te maken met een derde mogelijkheid: die van weldoordachte communicatie. Hiervoor is het nodig hun enige belangrijke handvatten aan te reiken: gronden en centreren.

    Met centreren en gronden beginnen we al in de eerste lessen.

    • Gronden betekent stevig leren staan met een bewust voet-grondcontact.

    • Centreren wil zeggen kracht en aandacht verzamelen in de buik.

    Gronden.

    Grond, voeten, benen en lichaamscentrum samen vormen de sterke basis van een natuurlijke actie. Daar wordt de kracht gegenereerd die door ontspannen schouders en armen aan de handen wordt doorgegeven. Het is dus ook belangrijk dat we, naast het centreren, stevig leren staan. Dit doen we met balansoefeningen en eenvoudige partneroefeningen, waarin soepelheid en kracht moeten worden afgewisseld. De ademhaling speelt hierin een centrale rol.

    • Om werkelijk kracht te kunnen zetten, is het belangrijk de adem eerst in de buik te verzamelen.

    • Dit omlaag brengen van de adem is tevens een voorwaarde om stevig te kunnen staan en maximale kracht te kunnen leveren. Als je je adem hoog in de borst hebt, is dat synoniem aan een wankele basis en krachtverlies.

    Centreren

    Mensen leren dat de bron van hun kracht niet ligt in sterke armspieren maar in de grote spieren rondom het lichaamszwaartepunt. Elke grote lichaamsactie wordt bij een natuurlijk verlopende beweging ingezet vanuit dit lichaamscentrum. Het heeft een coördinerende functie en is tevens krachtbron. Dit wordt in het Japans “hara” genoemd (in Aikijutsu en karate) en in het Chinees “tantien” (in T’ai-chi). Deze krachtbron is alleen gevuld als het lichaamscentrum via de benen en voeten stevig verbonden is met de grond.

Aikijutsu centralisatie principe

  • Centreren

    Mensen leren dat de bron van hun kracht niet ligt in sterke armspieren maar in de grote spieren rondom het lichaamszwaartepunt. Elke grote lichaamsactie wordt bij een natuurlijk verlopende beweging ingezet vanuit dit lichaamscentrum. Het heeft een coördinerende functie en is tevens krachtbron. Dit wordt in het Japans “hara” genoemd (in Aikijutsu en karate) en in het Chinees “tantien” (in T’ai-chi). Deze krachtbron is alleen gevuld als het lichaamscentrum via de benen en voeten stevig verbonden is met de grond.

    Kracht is synoniem met rust en kalmte.

    Uitstraling, overtuigingskracht en leiderschap zijn van deze kracht afhankelijk. Vooral voor allen, die naar buiten treden en vaak te maken krijgen met macht- en krachtsituaties, is het belangrijk dat zij leren gronden en centreren. Alleen vanuit de ervaring dat het hara de krachtbron is, kan het vertrouwen groeien dat datzelfde hara ook rustcentrum kan zijn, en dat het gezicht van werkelijke kracht kalmte is.

    En ook hierin zijn mensen geïnteresseerd. Zij willen graag sterk zijn en hun kracht tonen maar zij weten ook heel goed dat verlies van zelfbeheersing hen vaak gezichtsverlies oplevert.

    Centreren en gronden in de lessenreeks

    Vanuit een sterk gevoeld centrum met een sterke “stabiele basis” kun je een fysieke actie inzetten en kun je het contact met anderen aangaan.

    In een les worden de leerlingen daarom met veel verschillende situaties geconfronteerd, Bv. stoeivormen, rollenspelen, grensoefeningen, intuïtie oefeningen en oefeningen met lichaamstaal.

    Naast het specifieke doel dat per oefening verschillend is, is het gronden en centreren een terugkerend aandachtspunt.

    Leren gronden en centreren wordt door vrijwel iedereen ervaren als een van de meest belangrijke vaardigheden uit het programma.

    Een jarenlange training in een van de oosterse gevechtssporten is werkelijk niet de enige manier om grond onder de voeten te krijgen en een rustpunt in de buik te ontwikkelen.

    Het is een vaardigheid die iedereen zou moeten ontwikkelen en daarom onderdeel zou moeten zijn van opvoeding en onderwijs.

    Het centralisatie principe.

    “Wees stabiel en gecentreerd in de onderbuik, zowel innerlijk als uiterlijk!”

    Zodra je de mat opstapt in een orthodoxe dôjô, zul je worden aangemoedigd om met behulp van passende oefeningen een gevoel van stabiel gecentreerd zijn van je hele wezen in de onderbuik te verwerven en te ontwikkelen. Dit is het gebied dat overeenkomt met wat we in het Westen kennen als het “zwaartepunt” of de plek waar het gewicht maximaal geconcentreerd en in balans is. Dit punt zorgt voor evenwicht tussen middel en bovenlichaam enerzijds en de ondersteunende architectuur van de benen anderzijds. Dit gebied vormt met zijn krachtige bekkenstructuur het evenwichtscentrum van de menselijke gestalte, waardoor het mogelijk is het lichaam voortdurend en zonder al te veel moeite rechtop te houden.

    Vanuit dit centrum van “verheffing” en ondersteuning wordt het totale gewicht van middel en bovenlichaam via de benen naar de grond geleid.

    In Japan wordt dit punt in algemene zin hara genoemd.

    In aiki–terminologie wordt dit centrum van vereniging en coördinatie specifieker aangeduid als: Seika No Itten (“het ene punt”) of als Seika Tanden (“centrum”).

    We spreken van het centreren in de onderbuik.

    Dit is een van de meest fundamentele aiki-technieken die moet worden beheerst wil er spraken zijn van enige werkelijke vooruitgang, op de mat of erbuiten. Het is echter geen doel op zichzelf, maar een techniek, een instrument, een vorm van training of discipline. Het einddoel ervan is de totale coördinatie en harmonie tussen lichaam en geest, tussen mensen onderling, tussen mens en omgeving, die intussen is uitgebreid tot het gehele universum.

    Kortom, door je aanvankelijk bewust toe te leggen op de beoefening van het centreren in de onderbuik kan het punt worden bereikt waarop het centreren automatisch en onbewust verloopt. Vanaf dat moment is er geen sprake meer van "gecentreerd denken" maar "gecentreerd zijn".

    Dit centrum zal als een samenbundelend instrument worden gebruikt in het moeilijke proces dat bestaat uit het coördineren van alle krachten en mogelijkheden die tot je beschikking staan. Het zal worden ingezet om een stabiel, gebundeld en onafhankelijk platform te vestigen dat het je mogelijk maakt om met behoud van volledige controle de dagelijkse werkelijkheid, een conflict of een aanvaller tegemoet te treden en de baas te worden. Wanneer jij je gaat oefenen in het gecentreerd zijn, zal dit de inzet van je gehele persoon vragen, zowel uiterlijk als innerlijk.

    We zullen daarom van een subjectieve vorm van te centreren spreken, die alleen op jezelf betrekking heeft: "Wees innerlijk gecentreerd! Houd het ene punt" - en van een objectieve vorm van centreren waarin ook de uiterlijke realiteit betrokken wordt. "Sta in het centrum van de actie, van de techniek".

    Dit interessante concept van centralisatie is algemeen bekend in het Oosten en is verbazingwekkend veelomvattend. De dimensie ervan reikt van het kosmische en universele gebied, waar het centrum is gekoppeld aan de idee van orde, harmonie en totale integratie in het evenwicht der tegenstellingen, tot het menselijke en persoonlijke gebied waar het wordt gezien als het balanspunt van de persoonlijkheid, de geïntegreerde basis van je individualiteit en eigen karakter.

    De kosmische en menselijke dimensies die binnen het concept onderscheiden worden, hangen echter nauw samen, aangezien de mens integraal deel uit maakt van de schepping. Volgens de oosterse filosofie is het ware en alomvattende centrum een en hetzelfde in het algemene en in het bijzondere, in het universele en in het menselijke. Dit wordt onderstreept in de vele Japanse verhalen over de wijze mens die in harmonie leeft met zichzelf en de natuur.

    Wanneer de mens zich afgescheiden van het universum waant en vervreemd van zijn soortgenoten of wanneer hij zich innerlijk verdeeld voelt, wordt dit gezien als het resultaat van een overmatige aandacht voor de oppervlakkige verschillen, voor de details van het leven.

    Dit gaat volledig voorbij aan het onderliggende kenmerk van alle leven, het fundamentele, essentiële "een zijn".

    Het centreren.

    Ook al is de mens er zich niet van bewust, toch is hij op zoek naar een centrum. In de westerse psychologie zeggen we dat hij "doelgericht" of "intrinsiek gemotiveerd" is.

    Alleen wanneer de mens naar een specifiek doel of naar meer doelen toe werkt, wordt hij geacht juist te functioneren.

    Een mens zonder doelen wordt gezien als iemand die geen "leven" heeft, in de sociale betekenis van het woord, aangezien hij dan weliswaar min of meer als een dier leeft, handelend vanuit bepaalde instinctieve impulsen tot levensbehoud (territorium, voedsel, enz.), maar zich niet gedraagt als een mens of zoals een mens zich zou moeten gedragen. Met andere woorden, de mens heeft niet genoeg aan het "hoe", maar zoekt ook naar het "waarom". Maar zelfs als hij zich een doel heeft gesteld en er naar handelt, is het niet ondenkbaar dat hij een verkeerd doel heeft gekozen. Het probleem is dan ook tweeledig:

    Ten eerste moet hij geïnstrueerd en begeleid, ofwel "opgevoed" worden - in de breedste zin van het woord - waardoor hij in staat wordt gesteld zich passende doelen te stellen; Vervolgens moet hij worden aangemoedigd dat doel na te streven en het om te zetten in een werkelijk proces van doen en handelen.

    En zelfs dan zal hij een zekere mate van objectiviteit, een bepaalde balans of onafhankelijk centrum moeten handhaven, zodat hij zijn doelen kan nastreven zonder er volledig in te verdrinken.

    Een mens kan vele rollen spelen, maar dit is alleen mogelijk als hij flexibel blijft, als hij zijn centrum behoudt en ontwikkelt. Azië kent veel denkrichtingen die zich uitsluitend wijden aan het onderzoeken en ontwikkelen van het centrum Dit concept is echter door veel andere filosofische en praktische scholen, zoals in de krijgskunsten, overgenomen om te worden aangewend voor concretere doeleinden.

    Als zodanig is dit concept geïntegreerd in vrijwel al die oosterse vormen van kunst waarin het uitvoeren essentiëler is dan enkel contemplatie. In krijgskunsten is het omgevormd tot een centrum van stabiliteit en kracht, dat het specifieke doel heeft de realiteit van het gevecht te controleren.

    We kunnen alleen de toepassing van dit concept binnen Aikijutsu schetsen, in de hoop in een volgend boek nader in te kunnen gaan op het centrum (hara) en de intrinsieke, innerlijke of totale energie (KI).

    Subjectief centreren

    Centralisatie heeft tot doel de eenheid en coördinatie van al je krachten -mentaal, fysiek en functioneel - te bevorderen, zodat je kunt uitgroeien tot een werkelijk gecoördineerde persoonlijkheid. Het effect van dit “innerlijk” centreren, zal volgens de aiki-leer onmiskenbaar zijn. Op het mentale vlak zal deze versmelting leiden tot een toename en aanscherpen van al je vermogens op het gebied van waarneming, besluitvorming en reactie. Je zult merken dat je met een buitengewone helderheid en intensiteit gaat zien, begrijpen en reageren. Dit "helder zicht" is mogelijk omdat efficiënt centreren als een soort scherm fungeert tussen jou en de vaak verwarrende en verstorende opeenvolging van gebeurtenissen die zich voordoen in ieder soort gevecht. Je kunt het vergelijken met een afgeschermde veranda, die het mogelijk maakt om in de zomer buiten te zitten en te praten, zonder jezelf constant te moeten onderbreken om muggen weg te jagen.

    Centreren betekent dan ook een nieuw referentiepunt hanteren, een nieuw platform van waaruit je een objectievere vorm van controle kunt uitoefenen over gebeurtenissen en over jezelf.

    Een dergelijke objectiviteit, dat wil zeggen een helder inzicht in de aard, strekking en complexiteit van een bepaald probleem, is namelijk onmogelijk als je geest geobsedeerd is door dat probleem, waardoor je niet in staat bent er kalm naar te kijken.

    Objectiviteit vraagt de hoogst mogelijke vorm van onpartijdigheid, die weer afhangt van de mate van mentale onafhankelijkheid die jij je hebt eigen gemaakt.

    Wanneer je niet in staat bent deze mentale afstand te bewaren ten opzichte van de gebeurtenissen zoal ze zich - in wisselende mate van heftigheid - aan je voordoen, dan zul jij de greep op de gebeurtenissen verliezen en zullen ze jou gaan overheersen.

    Meester Tohei waarschuwt de leerlingen vaak geen overdreven aandacht te besteden aan of gehypnotiseerd te raken door de wapens, het gezicht of de dreigende houding van een tegenstander.

    Zoals de oude krijgskunstmeesters vaak schreven, zijn dit "niet meer dan verschijnselen".

    Het gaat er dan ook om dat je in de aiki-training je vermogen ontwikkelt om je te centreren en gecentreerd te blijven. Mocht je dan ooit met een concrete aanval te maken krijgen, dan zul je in staat zijn deze bijtijds waar te nemen, een juiste beslissing te nemen en efficiënt te reageren om vervolgens al je vermogens te bundelen in het neutraliseren van die agressie via een totale en beslissende actie.

    Een heldere visie wordt gekenmerkt door twee aspecten:

    • Het eerste is gewaar zijn, dat het totale waarnemingsveld bestrijkt;

    • Het tweede is concentratie, die gekoppeld is aan een specifieke gebeurtenis, of aan een of meer personen binnen dat veld. Gewaar zijn is het fundament van paraatheid in een gevecht.

    Voorvallen zoals het verhaal van de zwaardmeester die genoemd wordt in de brief van monnik Takusan, vertaald door Dr. Suzuki, geven een indruk van het scherpe en verfijnde waarneming niveau dat kan worden bereikt door een gedisciplineerde en ervaren geest. In de aiki-praktijk is deze verworvenheid het duidelijkst zichtbaar bij een gevorderde leerling die zich verdedigt tegen vier, vijf of zes aanvallers die hem van alle kanten insluiten. Wervelend in hun midden lijkt de Aikido ka als het ware te "voelen" wie er op het punt staat hem aan te vallen, ook al staat die aanvaller achter hem. En deze waarneming loopt zo vloeiend samen met zijn verdedigingsstrategie, dat het lijkt of de diverse aanvallen en zijn reacties daarop een geheel vormen.

    Zijn controle over het neutralisatieproces is even compleet als de omstandigheden toelaten. Dit globale gewaar zijn maakt een bijzondere concentratie mogelijk zodra een aanval is ingezet. Op dat moment vervaagt al het overige (maar het verdwijnt niet, aangezien de geest zich doorlopend bewust blijft van het geheel).

    De specifieke aanval wordt dan binnen het veld van je aandacht gebracht, waar hij kan worden doorzien, geëvalueerd en geneutraliseerd. (Zen and Japanese Culture, New York, 1959.)

    Wanneer dit centreren juist begrepen en toegepast wordt, zal dit een opmerkelijk effect op je lichaam hebben: er ontstaat een stabiele balans en een ontspannen soepelheid. In Aikido(-jutsu) betekent balans een verticale lichaamspositie die parallel loopt aan de loodlijn van de zwaartekracht (d.w.z.. behoud van een “normale lichaamspositie”) en een flexibel evenwicht tussen rust en beweging (d.w.z. in staat zijn om ieder moment vrij te wisselen tussen beide staten).

    Dit brengt ons weer terug naar het punt waar het lichaam in balans is:

    Je zwaartepunt, gelegen in de onderbuik. Je balans houden is van het allergrootste belang in de Aikijutsu -praktijk, of je nu gewoon stilstaat of volop in beweging bent.

    Zelfs als je rond wervelt op de mat terwijl de een na de andere je aanvalt, moet je proberen de juiste houding te handhaven en in balans te blijven, zodat je bovenlichaam de verticale verbinding blijft behouden met je zwaartepunt of centrum. Natuurlijk zullen zich er momenten voordoen, waarop je jouw lichaam zult wenden of keren of buigen wanneer je een aanvalsbeweging cirkelend wegleidt van het beoogde raakpunt. Maar zodra de ontwijking of geleiding is voltooid, moet je romp altijd weer teruggebracht worden in een verticale lijn met je centrum.

    Het is interessant te zien hoeveel Japanse Aikijutsuka ‘s diep door hun knieën gaan en hun romp rechtop (maar niet stijf) houden als ze een aanvaller benedenwaarts willen geleiden. Ze buigen dus niet naar voren als een knipmes, want dit zou hen bijzonder kwetsbaar maken voor de minste of geringste ruggelingse duw.

    Deze fysieke centralisatie is een “constante” binnen het gevecht. Er bestaan zelfs speciale oefeningen voor. Je hoeft natuurlijk maar een vluchtige blik te werpen op de neutralisatie technieken om te ontdekken hoe belangrijk het behoud van een juiste lichaamspositie is voor welke verdediging strategie dan ook.

    Daarnaast vindt er door het centreren in de onderbuik als het ware een benedenwaartse verplaatsing van het zwaartepunt plaats, waardoor het bovenlichaam ontdaan wordt van overmatige spierspanning.

    Het effect hiervan is dat het bovenlichaam buitengewoon soepel en beweeglijk wordt (voornamelijk de nek- en schouderspieren, waar meestal de eerste tekenen van een verlammende stijfheid uit af te lezen zijn).Met betrekking tot het onderwerp "ontspannen soepelheid" wordt in de beschikbare aiki -literatuur steevast het belang van ontspanning onderstreept; ze wordt zelfs als het basis ingrediënt beschouwd voor een efficiënte uitvoering.

    In aikidoterminologie betekent "ontspanning" niet een ingezakte, zwakke of comateuze toestand. Hier verwijst dit woord veeleer naar buigzaamheid van de spieren en een vloeiende flexibiliteit die een krachtige reactie in elke richting mogelijk maakt bij het geringste teken van een agressieve beweging.

    Men geeft er dan ook de voorkeur aan naar deze toestand te verwijzen met de term "ontspannen soepelheid". Hiermee de idee van zachtheid zonder stijfheid of abnormale spierspanning uitdrukken die gepaard gaat met veerkracht of een levendig, alert reactievermogen, waar en wanneer ook maar nodig.

    Voor degenen die beweren dat het niet mogelijk is te reageren zonder spanning en dat spanning dus een teken van "bereid zijn" is, verwijzen we naar het voorbeeld dat zo veelvuldig geciteerd wordt in boeken die handelen over de krijgskunsten: het reactievermogen van een kat.

    Een ander veelvuldig gebruikt voorbeeld in Aikido of Aikijutsu en andere krijgskunsten,

    (zie de Chinese klassieker Tao Te Ching, door dhr. Leggett aangehaald in zijn boek

    “The Demonstration of Gentleness”), is dat van het lichaam van een kind soepel en vol van leven is en waarvan de greep – die totaal is: versmolten met het voorwerp dat wordt vastgehouden - verbazingwekkend sterk en moeilijk te verbreken is, terwijl die toch niet stijf of gespannen is.

    Met betrekking tot functionaliteit zal centralisatie ten slotte resulteren in een toename van kracht en effectiviteit. Het centrum fungeert in het gevecht immers als een verenigde bron van beweging en actie; de kracht hiervan lijkt uit de aarde zelf omhooggestuwd te worden, als een onuitputtelijke bron. Het is onmiddellijk waarneembaar in Aikijutsu dat de beweging altijd voortkomt uit de heupen, waardoor je gehele lichaam en persoonlijkheid in de actie worden betrokken.

    Op de mat beweeg jij je voort met een soort glijdende stap, op zoek naar de juiste, gecentreerde positie. Zodra je die gevonden hebt, kun je het lichaam van de aanvaller met gemak manoeuvreren door hem om zijn eigen centrum te laten cirkelen.

    Dit proces kan zelfs toegepast worden bij de klemtechnieken, door de aanvaller te geleiden in een van de neutralisatiecircuits.

    Objectief centreren

    Je eigen centrum moet ook het centrum van de actie van de aanvaller worden.

    Zoals we hebben gezien, beperkt dit centrum zich in Aikijutsu niet enkel tot jouw persoonlijke dimensie.

    Als iemand je aanvalt, heeft hij zijn eigen onafhankelijkheid en balans verloren, alleen al door de dwaasheid van die actie.

    Dit dwingt jou om je eigen centrum te verplaatsen om de situatie weer te normaliseren.

    Zodra je wordt aangevallen, ontwijk je de aanval; de aanvaller valt dan in een vacuüm, en jij leidt hem terug rondom je eigen centrum en neutraliseert zijn aanval.

    In iedere neutralisatietechniek is deze constante, vloeiend geleiden van de actie rondom jouw centrum aanwezig voordat je een tegenstander vanuit je centrum benedenwaarts immobiliseert of werpt.

    Jouw centrum bevindt zich doorgaans direct onder of naast het zijn centrum, maar is in ieder geval altijd het centrum van een dynamische cirkel. In de periferie van deze cirkel wordt je aanvaller gedwongen snel mee te draaien, waardoor hij geen enkele mogelijkheid heeft zijn bewegingen te controleren.

  • Elke grote krijgskunst beoefenaar zal het vermogen verworven hebben om de vijand voor te zijn. Men is zijn omgeving altijd “voor”. Dit hoeft niet te betekenen dat men snel is.

    Het is de vaak geoefende vaardigheid om de voortdurend veranderende situatie ogenblikkelijk te kunnen beoordelen

    Methode 1:

    De eerste manier is hem voor te zijn door aan te vallen. Dit wordt Ken No Sen (hem overeind laten komen) genoemd. Blijf kalm wanneer u besluit om aan te vallen en stoot er snel op in, zodat u de tegenstander voor bent.

    Methode 2:

    Een andere manier is de vijand voor te zijn op het moment dat hij aanvalt. Dit wordt Tai No Sen (wachten op initiatief) genoemd. Blijf onverstoorbaar, maar doe alsof u zwak bent wanneer de tegenstander aanvalt.

    Methode 3:

    Bij de derde methode gaat u beiden tegelijk in de aanval. Dit wordt TaiTai No Sen (met hem mee gaan en toch voor zijn) genoemd. Wanneer de tegenstander snel aanvalt, sla hem dan krachtig en rustig van u af en zoek zijn zwakke plek.

Aikijutsu voor jeugd

  • Aikijutsu is een zelfverdedigingssport dat ideaal is voor lichaam en geest van elk kind. Door de dag heen, krijgt een kind ontzettend veel indrukken en maken zij in een heel korte tijd veel verschillende emoties mee. Deze emoties kunnen invloed hebben op hoe een kind omgaat met het verwerken van deze indrukken en hoe zij zichzelf in deze snel veranderende samenleving staande houden.

  • Aikijutsu leert uw kind op een spelende manier met een vleugje humor, methoden en technieken aan om zichzelf zekerder en bewuster te maken over hoe zij hun eigen grenzen leren kennen, leren aan te geven én de grenzen van andere kinderen of volwassenen te respecteren. Tijdens de lessen staan plezier, discipline en respect voor elkaar centraal. Uw kind leert om te gaan met lastige situaties en hoe zij op een ontspannen en rustige manier zichzelf fysiek en mentaal versterken.

    Onze kinderen zijn de toekomst. Kinderen met zelfvertrouwen, die lekker in hun vel zitten en uitstralen de hele wereld aan te kunnen, worden over het algemeen minder snel slachtoffer van de pestkoppen. Het begint dus met een gezonde dosis zelfvertrouwen en Aikijutsu helpt hierin.

 

Budo in management

Workshop | Duur: in overleg | Plaats: zie tab Locatie

Waarom?

Een inspirerende workshop voor professionals die zichzelf opnieuw willen uitvinden zodat ze op een nog slimmere en leukere manier hun doelen kunnen bereiken.

Budo in Management gaat onder andere over grenzen aangeven, voor jezelf opkomen, situationeel leiderschap, balans tussen privé en zakelijk, non-verbaal en verbale communicatie.

Informatie

Heeft u interesse, stuur dan een e-mail naar aikijutsuhoogvliet@gmail.com voor meer informatie.